Blendle

Mijn levenslang veroordeelde vader een moordenaar? No way!

Louis was voor Caline* (34) een gigantisch lieve vader. En toen werd hij beschuldigd van drievoudige moord.

“Crimineel? Dat was hij zeker. Maar een moordenaar? Echt niet!”

“Op een Koninginnedag werd ik aangesproken door een paar oude vrienden. ‘Denk jij dat je vader het heeft gedaan? Heeft hij echt een moeder met twee kinderen vermoord?’ Ik stond aan de grond genageld. Dat mijn vader geen lieverdje was, wist ik. Maar een moordenaar? Van twee kinderen? Ik kreeg bijna geen adem meer en ben naar huis gestormd.
Ik was vier toen mijn moeder een relatie kreeg met Louis, een rasechte Hells Angel. Een zware jongen, met flink wat op zijn kerfstok. Voor mij was hij echter een schat die me vanaf dag één al prinses noemde. Vrij snel moest Louis na een bankoverval de gevangenis in. Ik leerde hem beter kennen tijdens de bezoekuren, vierde tussen betonnen muren mijn verjaardag met taart, en kroop zo vaak als ik kon op zijn schoot om in zijn armen te schuilen. Ik voelde me geborgen bij hem. Ik was zes jaar oud toen Louis me officieel erkende als zijn kind. Hij trouwde in de gevangenis met mijn moeder en ik kreeg een broertje. Na vier jaar huwelijk gingen ze helaas scheiden.

Gelukkig waren mijn broertje en ik erg welkom bij Jacqueline, mijn vaders nieuwe vriendin. Ik ging graag naar haar toe. Tijdens papa’s weekendverlof deden we samen leuke dingen. We gingen naar het park, bezochten Artis of het zwembad. We waren een echt gezin. Nooit vergeet ik de dag van mijn eerste communie. Louis kon er niet bij zijn, maar achter in de kerk zat een delegatie stoere Hells Angels. De mensen uit mijn dorp vielen bijna uit de bankjes. Na de mis vertrok ik in mijn witte jurkje achter op een Harley Davidson. Pas toen besefte ik dat mijn vader anders was dan andere vaders. Kinderen vroegen waarom mijn vader in de bak zat. Ineens mochten vriendinnetjes niet meer met mij spelen. Toen papa me tijdens een weekendverlof op het schoolplein opwachtte, barstte ik bijna uit elkaar van liefde en trots. Die imposante, stoere bonk was mijn vader.

Rond mijn dertiende kwam mijn vader na weer een paar korte detenties echt vrij. Mijn vaders relatie met Jacqueline stond door de wisselwerking van zijn aan- en afwezigheid op omvallen. Daarom ging papa alleen wonen. Hij deed enorm zijn best. Ik herinner me nog dat we in zijn kleine keuken van aardappels samen frietjes sneden en die zelf bakten. Papa was mijn held.

Verwaterd contact
Toen zijn relatie met Jacqueline uiteindelijk klapte, kreeg Louis binnen een paar weken weer een nieuwe vriendin. Met haar had ik weinig op. Ze had veel problemen, waaronder een cocaïneverslaving. Ik zag dat mijn vader het moeilijk had. Hij deed erg zijn best voor iedereen, maar door de problematiek van zijn nieuwe vriendin veranderde hij naar een donkere versie van zichzelf. Omdat ik al aan het puberen was, en zoals elke tiener erg met mezelf worstelde, verwaterde ons contact. Ik was met foute dingen bezig, experimenteerde met drugs en spijbelde, en ik wilde niet dat Louis daar iets van merkte. Ook Louis ging in die periode op in zijn wereld. We dachten wel aan elkaar, maar er was weinig behoefte aan contact. Ik voelde me wel vaak eenzaam. Thuis bij mijn moeder liep het ook niet lekker en ik ontspoorde. Ik raakte serieus verslaafd, waardoor ik uiteindelijk een tijdje niet meer thuis woonde. Ik zat zo diep in de put dat ik geen interesse had in de wereld om me heen. Televisie keek ik niet en kranten las ik niet. Daardoor miste ik alle hernieuwde aandacht rondom de moorden op een vriendin van mijn vader en haar drie kinderen. Langzaam en met professionele hulp klom ik zelf weer op. Ik was zo met mezelf, mijn school, en mijn opkrabbelen bezig, dat ik ook totaal miste dat mijn vader voor deze drie moorden werd gearresteerd en veroordeeld. Dat komt ook doordat mijn ouders veel moeite hebben gedaan om mij weg te houden van de berichten rond mijn vaders arrestatie Daar ben ik ze nog steeds dankbaar voor, dat ze me daar toen tegen beschermd hebben.

Maar zo kwam het dus dat ik op mijn 21ste op Koninginnedag volkomen nietsvermoedend vrienden tegen het lijf liep die aan die me vroegen of mijn vader een moordenaar was. Het voelde of de grond onder mijn voeten wegzakte. Ik ben direct naar huis gegaan, heb mijn moeder opgebeld. Toen ik hoorde waarvan mijn vader beschuldigd werd, was ik totaal in shock. Ik had mijn vader voor het laatst gezien in een tijd dat het niet goed met hem ging. Maar zou hij dit echt gedaan kunnen hebben? In eerste instantie geloofde ik de praatjes. Mensen verzinnen zoiets toch niet? Wat ik vooral niet wilde, was vervallen in mijn oude gedrag. Ik was bang dat extra stress me weer in contact zou brengen met oude vrienden of drugs. Daarom trok ik me terug in een voor mijn veilige cocon en ontliep alle media-ophef over mijn vader. Omdat ons contact al een paar jaar verwaterd was, lukte dat. Omdat ik nog steeds serieus overwoog dat Louis de dader kon zijn geweest, liet ik het zo en ging verder met mijn leven.

Beter leven
Op mijn 24ste ontmoette ik mijn vriend, achteraf mijn redding. Tegen hem begon ik eindelijk te praten, dingen te verwerken. Ik vertelde over mijn jeugd. Over mijn misstappen. En ook over mijn vader, zijn lieve momenten, zijn arrestatie, de jaren dat ik hem had gemist omdat hij gedetineerd was. Al die jaren dat ik mijn vader niet wilde zien, onderhield hij wel contact met mij. Dat liet ik steeds meer toe, ook omdat ik zelf meer verwerkte en hem erger begon te missen. Louis zocht vaak toenadering en dacht en leefde met me mee terwijl ik knokte voor een beter leven. Voor een diploma, een baan. Dingen die voor anderen misschien gewoon zijn, maar die voor mij grote stappen waren. Papa stuurde vaak kaarten, deed erg zijn best. Er was misschien geen lijfelijk contact, maar ik voelde weer steeds meer een diepe verbinding met hem.

Ik vond het dan ook heel fijn om te horen dat mijn vader en Jacqueline weer bij elkaar waren en zelfs wilden trouwen, ook al zat mijn vader vast. Door Jacquelines toedoen ben ik me eenmalig gaan verdiepen in alle rechtsstukken. Het was direct glashelder dat mijn vader geen goedheiligman is. Maar na wat ik gezien en gelezen heb, geloof ik niet meer dat hij überhaupt ook maar één moord heeft gepleegd. Mijn vader is veroordeeld op enkel verklaringen van derden, waarbij de rancuneuze verklaring van zijn destijds verslaafde ex-vriendin de doorslag heeft gegeven. Daar begrijp ik niets van. Wat ik heb gelezen in zijn dossier, klopt volgens mij niet. De moord is onomstotelijk gepleegd door een linkshandig persoon, op een andere manier lukt het niet. Mijn vader is rechtshandig. En waarom is er werkelijk niet één bewijs, geen enkel spoor, nog geen ieniemini baardhaartje, gevonden op de plaats delict? Dat kán toch niet als je beestachtig om je heen graait? Het is ongelooflijk dat Louis is veroordeeld op basis van geklets en wankele verklaringen. Dat ongeloof over het rechtssysteem vreet aan me. Jacqueline probeert op alle manieren aan te tonen dat de bewijslast gatenkaas is. Daar ben ik haar zo intens dankbaar voor. Voor wat ze doet voor mijn vader én voor mij. Regelmatig zegt ze iets tegen me, als troost, en dan is dat precies wat ik graag wilde horen. Dat voelt zo warm.

Natuurlijk is het heftig, een vader in de gevangenis. En dan ook nog een die levenslang heeft gekregen, de hoogste straf die in Nederland wordt gegeven. Mijn rijbewijs halen, de dag dat ik mijn stiefdochter adopteerde, de eerste stapjes van mijn vaders eerste kleinkind: het zoontje van mijn broer. Louis ontbrak.

Raad en daad
Ik merk ook dat ik mijn vader steeds erger mis. Zo overheerste afgelopen Kerst mijn verdriet, hoe mooi alles nu ook is in mijn leven. Dan zie ik in de lach van mijn broer het gezicht van Louis. Of hij duwt me met mijn gezicht in de pudding, een familiegrap. Dan praten we over papa, over vallen en opstaan. Wat wij van Louis hebben gemist, heeft hij ook van ons moeten missen. Het is bijzonder dat ik daarover ook met Louis zelf kan praten. Ik ben erg gevoelig, flap er soms dingen uit. Hij begrijpt het, het moeilijke van de situatie. En hij snapt ook dat ik destijds voor alles wegliep. Het liefst houd ik onze gesprekken luchtig, praat over een nieuw huisdier, leuke situaties thuis. Ik geef liever een positieve vibe dan negatieve emoties waarmee mijn vader dan weer worstelt terwijl hij daar opgesloten zit.

Toch weet ik dat ik altijd bij hem terecht kan. Als ik me geen raad weet met iets, zoals bijvoorbeeld een akkefietje met mijn tienerdochter, dan is hij mijn klankbord. Ik ben dankbaar dat ik mijn vader kan vertellen wat ik van hem heb geleerd. Bijvoorbeeld dat ik op mijn beurt mijn dochter het gevoel kan geven dat ze een fantastische meid is. Net zoals Louis mij dat gevoel gaf. Dat ik Louis rationeel gezien vaak heb moeten missen, doet niet onder voor het feit dat hij voor mij gevoelsmatig het dichtst bij een vader komt zoals ik me die voorstel. Ik heb altijd het gevoel gehad dat hij er voor me is, ook al keerde ik me van hem af of was ik afwezig. Hij noemt me na al die jaren nog steeds zijn prinsesje. Ik droom ervan dat hij een keer met mij en mijn gezin kan ontbijten. Of in het bos dolt met de hele familie. Het maakt me zo verdrietig dat papa nergens bij kan zijn. Als ik eerlijk ben, wens ik dat mijn vader gratie krijgt. En als hij dat niet krijgt, dat hij het vraagt. Ik weet niet of hij gratie zal accepteren, hij is na een dikke twintig jaar, hij zit al voor de moorden vast sinds mijn veertiende, vermoedelijk geïnstitutionaliseerd. Ik vraag me af of hij het leven zoals het nu is, dit tempo, kan bijhouden. Maar met de juiste begeleiding is er altijd een weg, zolang de wil er maar is.

Afgezien van mijn man en dochter, wat vrienden die ik nog van vroeger heb en mijn familie, weet niemand over Louis. Mijn collega’s en de mensen in het dorp waar ik woon weten van niks: ik ben te vaak tegen keiharde veroordelingen aangelopen. Ik vind het heerlijk om nu in de anonimiteit te leven in een dorp waar niemand mijn verleden of mijn vader kent.. Ik ben gelukkig met mijn gezin, mijn familie, de familiebanden en het ritme waarin ik nu zit. Op persoonlijk vlak is alles met mij goed gekomen. Daar ben ik intens dankbaar voor. Als iedereen om me heen is, inclusief broer en zijn zoon – mijn petekind-, voel ik me compleet. Ik ben dankbaar voor onze familieband en onze onderlinge verbondenheid, dat heb ik gelukkig nog wel. En hoe pijnlijk de afwezigheid van mijn vader ook is, dat wat je wel hebt, moet je koesteren.”

Meer informatie over deze zaak vind je op louishagemann.nl

* De naam Caline is verzonnen. Zij wilde om begrijpelijke redenen niet met haar eigen naam in Glamour.

Dit interview stond eerder in Glamour

©EvelineKarman

Mijn gekozen waardering € -