Ondanks dat Yfke (34) zich van haar salaris geen luxe leven kan veroorloven, zwelgt ze in pracht en praal. ‘De geur van geld is verslavend.’
Soms, als ik weer een leuke vent afschrijf omdat hij geen auto of rijbewijs heeft, vind ik mezelf een snob. Geen eigen woning? Werkloos? Schulden of kinderen die geld opslokken? Allemaal redenen voor mij om een man te laten lopen, hoe perfect ook. Een leven van middelmatigheid vind ik onaantrekkelijk. Live life to the max is mijn credo. Hoe intens ik ook verlang naar een fijne relatie: ik zie mezelf simpelweg niet daten met een armoedzaaier. Een sateetje eten is bijvoorbeeld hartstikke leuk na een winkelsessie. Maar voor een romantisch hoogtepunt telt alleen een écht restaurant.
Ik weet dat het behoorlijk arrogant is om te zeggen dat een leven als Truus Modaal niets voor mij is. Toch houd ik eraan vast. De gedachte dat ik daardoor een oppervlakkig showmeisje geworden ben, druk ik snel weg. Ik zie een leven in een rijtjeswoning vol Ikea-meubels en bijbehorende Libelle-lifestyle gewoon niet zitten. Ik adem luxe. En ook al maakt me dat een berekenend persoon; de donzige, zalige geur van geld is vergiftigend en tegelijk verslavend.
Jaloers op Disney-jurken
Als meisje werd ik al jaloers op klasgenootjes met Disneyjurken of lakschoenen. Zelf moest ik het doen met nepbarbies en Zeeman-kleding. Ik ben werkelijk niets tekort gekomen en voelde dagelijks dat mijn moeder van me hield. Maar het gemis stak. Dat mijn moeder als alleenstaande ouder keihard werkte en met overuren de eindjes aan elkaar knoopte, zag ik dondersgoed. Ik leerde al vroeg de waarde van geld. Zakgeld en verjaardagsgeld spaarde ik op. Daarvan kocht ik Swarovski-oorbellen, geparfumeerde bodymilk en peperdure fluffy handdoeken. Vaak voelde ik me schuldig wanneer ik voor kerst een satijnen hemd van mijn moeder kreeg terwijl ze voor zichzelf een doos Kruidvatbonbons had ingepakt. Gelukkig kwam aan haar gesappel een eind toen ze een nieuwe partner vond. Eindelijk kreeg mijn moeder financiële ruimte, kon ze oude spullen vervangen. Ik was 19 en stond op het punt op kamers te gaan.
Om mijn zucht naar luxe te bevredigen, zocht ik een bijbaan. Ik was domweg geen meisje voor Gloria Vanderbilt-parfum of Scapino-laarzen. Liever spaarde ik, dan dat ik rondliep in wat de massa droeg. Dan moet je keuzes maken. Zo vond ik stappen zonde van mijn geld. Áls ik al uitging, legde ik mezelf vooraf een budget op en hield me daaraan. Wat een verademing was het toen ik ontdekte dat daten leuker en lucratiever was. Kreeg ik in de kroeg hooguit een glas cola, nu hapte ik onmiddellijk als een leuk heerschap me mee uitvroeg. Op deze manier had ik een gezellige kennismaking, met een etentje of bioscoopvoorstelling op de koop toe. Ik bood altijd aan om de helft te betalen, – dat vind ik vanzelfsprekend -, maar het werd zelden geaccepteerd. “Jij bent een arme studente, hou je geld maar,” hoorde ik vaak. Die rol hield ik graag in ere. Ik ging me er uiteindelijk ook naar gedragen. Ik denk dat het daar is misgegaan. Wanneer ik bijvoorbeeld oude lingerie droeg, kon ik erop wachten dat ik een nieuw setje mocht uitzoeken.
Poor little rich girl
Momenteel werk ik als officemanager, 32 uur per week. Meer lukt niet door concentratieproblemen na een auto-ongeluk, nu ruim tien jaar geleden. Ik heb leuke collega’s en plezier in mijn baan. Het betaalt alleen niet supergoed. Dat wil niet zeggen dat ik geen cent te makken heb, maar na het betalen van de vaste lasten, boodschappen, een bos bloemen en mijn sportschoolabonnement is het op. Voor leuke dingen zoals weekendjes weg, diners in de nieuwste hippe restaurantjes, of chique kleding heb ik simpelweg geen geld. Toch zie ik er door pure trucs uit als een rich girl, een kloon van Paris Hilton. Designertas, Louboutins: er hangt een zweem van luxe om mij heen. Mijn nieuwe auto lease ik bijvoorbeeld, want elke twee jaar een nieuwe wagen uitkiezen past bij mijn imago. Mijn rashond is een achterblijvertje uit het asiel, maar ik schep overal op dat ik er als pup een vermogen voor betaalde en dat hij een stamboom van formaat heeft. Ik verkwist uren op Marktplaats op jacht naar koopjes van luxe woonmerken of designerkleding. Op Instagram post ik sexy foto’s van goedgevulde wijnkoelers en ganzenleverbonbons met een topping van lavendeldressing. Ik vergezel ze van hashtags als #Livetheluxurylife en #Glamourgirl. Maar ervoor betalen? Nee. Dat doe ik niet.
Ik ben een parasiet. Maar wel een heel lieve. Ik lift graag mee op de portemonnees van anderen, maar alleen van degenen die dat kunnen missen. Want als er iets is dat ik in de loop der jaren heb geleerd, is het dat ik blij word van luxe. Van het gevoel vertroeteld te worden. Toch vind ik mezelf geen profiteur. Ik geef namelijk wel degelijk iets terug. Mijn tijd en gezelschap. Van getrouwde mannen blijf ik af, maar verder is iedereen met een stevige credit card interessant voor me.
Zeeman-jeugd
Waarom ik dit allemaal doe? Het zal te maken hebben met mijn Zeeman-jeugd. De spruitjeslucht. Op Instagram staan duizenden blogs van poshgirls die hun rijkdom etaleren. Ze weten door hun rijke vader of echtgenoot van gekkigheid niet hoe poenerig ze moeten doen. Ze poseren terwijl ze geld in de lucht gooien. Of liggend op het dak van een roze Maserati. Het idiote is dat ze duizenden fans hebben. Net als Koningshuizen, met hun glossy look en bling bling. Het zijn juist de gewone meiden die zich aan deze levensstijlen vergapen. Misschien is het mijn onzekerheid. De angst om niet interessant te zijn, om over het hoofd gezien te worden als een dertien-in-een-dozijn-muisje. Ik heb een heel gemiddelde baan en een heel gemiddelde achtergrond. Ik ben niet slimmer dan een ander. Ik ben geboren voor een dubbeltje. Zonder highlights in mijn haren en mooi verzorgde kleding zie ik er maar heel gewoontjes uit. Daarom vermom ik mezelf met een aura van nepklasse en goede manieren. Dat werkt. Door me te presenteren als zelfverzekerde dame met flair eindig ik niet met de Opel Astra-rijders, maar met de Tesla- en Volvo-types. Mannen die van dametjes houden, met dito rokjes en hakjes. Deze mannen hebben vaak goede banen en een ‘kwartjes’-achtergrond. Met hen kom ik niet in gehuurde vakantiecaravans op de Veluwe maar in mooie hotels in Parijs. Ik eet thuis te vaak soep met brood om dat moois allemaal te laten schieten. Op deze manier heb ik echt een leuker leven en ik denk dat ik er het maximale uithaal.
Wanneer de verwennerij de spuigaten uitloopt, of als ik echt verliefd word, kom ik over de brug. Liefst betaal ik dan een lunch, want dat is goedkoper. Of ik boek via een veilingsite een belachelijk afgeprijsde hotelovernachting in een zo chic mogelijk hotel. Dan laat ik een man in de waan dat ik een vermogen kwijt was. En word ik weer gruwelijk verwend. Ik ben steeds geraffineerder geworden in deze levenswijze. De man in kwestie moet bijvoorbeeld wel écht leuk zijn. Geen hand vol, maar een land vol. Als ik me ordinair wil laten fêteren, voel ik me goedkoop. Een escort ben ik absoluut niet. Als ik seks-voor-geld vanzelfsprekend zou vinden, was ik niet zo kieskeurig. In bed eindig ik enkel met de heel leuke mannen. ‘Potentials’, noem ik die. De tegenovergestelde variant noem ik ‘sponsoren’. Die ben ik vaak alweer snel zat omdat ik er geen uitdaging in zie. Bijvoorbeeld omdat ze me aankijken met van die puppy-ogen. Ik kap een relatie af wanneer ik merk dat een man serieus verliefd op me is, terwijl ik hem louter aardig vind. Dat ik daarbij berekenend ben geworden, zie ik als een nare bijkomstigheid die noodzakelijk is. Ik geef toe dat ik iemand soms expres wat langer aanhoud. Zeker als hij rijk is en mij het hof maakt. Wanneer een ‘sponsor’ me een tripje Rome belooft en ik voel dat ik niet verliefd ga worden, schuif ik de break up weleens voor me uit.
Menselijke ekster
Ook bij vriendinnen heb ik trucs. Wanneer iemand na een etentje aanbiedt te betalen, roep ik snel dat ik dat superlief vind. Dan roep ik dat ik daarna in een café onze drankjes betaal. Laat maak ik het dan niet. Ook mijn moeder weet al lang dat ik een leven vol pracht en praal ambieer Ze denkt echter dat ik zelf genoeg verdien om mijn levensstijl te financieren. Ik laat haar graag in die waan. Wanneer ik van een date een tas of parfum krijg die ik niet zelf gebruik, schuif ik die door naar haar of naar een vriendin die een etentje betaalde.
Mijn beste vriendin trouwde een vermogend politicus. Zij leent me prachtige items uit haar garderobe waarmee ik goede sier maak. Soms leen ik zelfs haar spullen weer uit, zodat andere vriendinnen denken dat ik genoeg designerspullen heb. Mijn beste vriendin accepteert gelukkig deze ‘onvolkomenheden’, zoals zij ze noemt. Ik ken haar al vanaf de brugklas. Ze weet dat ik een enorme ekster ben, maar ook een hondstrouwe vriendin. Zo zal ik nooit achter haar man aan gaan of iets van haar stelen. Mijn interesse in haar als persoon is echt. Zelfs toen ze nog geen rooie cent had, was ze al mijn ‘bestie’. En dat blijft zo tot we naar het bejaardenhuis gaan. Ik sta altijd voor haar klaar. Al is het midden in de nacht.
Ik ben dankbaar voor alles, voor het leven dat ik leid. Als ik meer geld zou hebben, zou ik mijn moeder graag meer willen geven. Ik besef dat ik er zonder mijn motto heel anders bij zou zitten. Dan was ik waarschijnlijk nog nooit in Parijs geweest, of hoogstens in een buitenwijk in een budgethotel. In de zomer zou ik in een all-inclusive Egyptisch vreetpaleis rondlopen, inclusief zo’n ordinair plastic polsbandje. En met een Dior-tas van de plaatselijke markt. Ik had nooit geweten hoe kasjmier voelde of hoe vers geschaafde witte truffel smaakte. Dat is toch machtig mooi?
Steeds meer besef ik dat de weg terug naar een ‘gewoon’ leven voor mij een enorme blokkade opwerpt. Wanneer je eenmaal zo’n leven als ik nu leid gewend bent, kun je niet meer terug. Na voldoende dozen Leonidas-bonbons, smaakt huismerkchocola zoet en ranzig. Hotels met minder dan vier sterren? Nee, dank u. ik blijf liever thuis dan dat ik naar een vlekkentapijt kijk of de muffe gordijnlucht inadem. En kleding van Primark zit voor geen meter na één merktrui in je kast.
Mannentester
Misschien ziet een ander mijn instelling als profiteren, maar zelf zie ik dat anders. Mezelf laten verwennen en leuk gezelschap zijn voor iemand maakt me toch zeker geen profiteur? Ik zie het als een win-win-situatie. Ik heb leuke foto’s voor social media, lekker eten en hopelijk een leuke avond. Zo’n man heeft ook een fijne avond. Ik ben vrolijk gezelschap, en omdat ik er goed uitzie kan hij met me gezien worden. Bovendien heeft hij, als het klikt, ook nog seks. Want ik ben niet roomser dan de paus. Ook ik vind het heerlijk om bemind te worden, zoek lichaamscontact. Uiteindelijk willen we toch allemaal gewoon hetzelfde? De ware liefde? Ik test gewoon veel mannen uit. Dat doen heel veel vrouwen, en sommigen zelfs voor minder. Dat ik niet warm word van een pizzeria en mannen mij inschatten als een dame die liever goede wijn drinkt, is alleen maar meegenomen. En hopelijk blijft hij ooit eens plakken, mijn Mr. Right. Daar verlang ik inmiddels innig naar, na alle vluchtige relaties met mannen die soms nóg oppervlakkiger en snobistischer zijn dan ik. Want dat is de andere kant van het verhaal. Sommige heren zijn wel érg zelfverzekerd en vinden zichzelf een goede vangst, iets wat hen niet sociaal en beminnelijk maakt. Het liefst zou ik graag willen blijven plakken aan een leukerd. Maar dan wel graag een met een gevulde portemonnee en goede smaak. Omdat ik het waard ben. Trouwens, als ik heel eerlijk ben, vind ik dat elke vrouw het waard is om ontiegelijk verwend te worden. Ik ben gewoon een van de weinigen die daar eerlijk voor uitkomt.”
*Wegens privacyredenen is de naam Yfke in dit interview verzonnen.
De vrouw op de foto is niet Yfke.
©EvelineKarman