Blendle

Femke (47) : door ruzie om de erfenis verloor ik mijn familie

Femke (47) was in de wolken toen ze hoorde dat ze erfgenaam is van een rijke oom. Helaas veroorzaakte al zijn geld een fikse familieruzie.

Oom Jos was een rare. Ik kende hem al sinds ik een klein meisje was en hij bij mijn moeder, zijn zus, over de vloer kwam. Hij droeg altijd veel goud en praatte giechelend met lange uithalen. Oom Jos viel op mannen, maar dat mocht niemand weten. Het was een andere tijd. Van zijn veertigste tot zijn zestigste heeft hij samengewoond met ene Maurits, een geslepen maar erg vriendelijke zakenman. Dat klapte uiteindelijk. Verder bleef oom Jos alleen, ook al weet ik van de dorpsroddels dat hij tot zijn zeventigste af en toe een gigolo liet komen. Met Maurits kocht oom Jos destijds vastgoed dat hij weer lucratief verkocht. Kortgezegd: oom Jos was stinkend rijk. Hij woonde alleen in zijn villa en zette die vol met kerkelijke snuisterijen en dure meubels.
Op mijn moeders sterfbed beloofde hij haar om goed voor mij te zorgen. Ik wilde op mijn beurt extra lief voor oom Jos zijn om mijn moeder boven in de hemel trots op me te maken. Als enige van drie, er waren nog een nicht en neef, bezocht ik hem zo’n driemaal per week. Ik nam zijn was mee, lapte zijn ramen, bracht hem naar de apotheek. Ik was er gewoon. Toen oom Jos later afhankelijk werd, wees hij mij aan als contactpersoon. Zeker dertig keer ben ik wakker gebeld door ambulancebroeders of buurtgenoten omdat er iets mis was met hem. Ik ben zachtaardig aangelegd, vond het geen moeite. Ook omdat mijn moeder hem destijds accepteerde om wie hij was, kon ik veel van hem hebben. Ik was dan ook oprecht verdrietig toen oom Jos uiteindelijk op zijn zevenentachtigste overleed.

Testament

Het was geen verrassing dat ik in oom Jos zijn testament stond. Dat had hij me regelmatig verteld. Maar dat mijn neef en nicht – die er jarenlang hooguit éénmaal per kwartaal kwamen voor een vluchtige kop koffie – een net zo’n groot erfdeel kregen, verbaasde me. Wat me ronduit teleurstelde, was dat er een wildvreemde was toegevoegd in het testament: oom Jos zijn fysiotherapeut! De beste man verleende al jaren op locatie en thuis professionele zorg die oom Jos altijd keurig betaalde. We hadden hem weleens vluchtig gezien, maar verder kenden we hem niet. Volgens oom Jos was deze keurig getrouwde man een stiekeme homo. Wellicht dat hij daarom een zwak voor hem had. Ik was best teleurgesteld in het testament maar besloot me over mijn gevoel heen te zetten. Er was meer dan twee miljoen te verdelen door ons vieren. Ik was allang blij dat ik erin stond. Dan maar iets minder. Bovendien was dit wat oom Jos had gewild. Dat respecteerde ik.
De fysiotherapeut was benoemd tot executeur testamentair en werd belast met de inventarisatie van alle spullen en tegoeden van oom Jos. Ook het huis moest in de verkoop. Er kwam een makelaar en alles ging in pais en vree. Tot ik vier dagen na de uitvaart een foto zocht voor een in memoriam. In de bungalow van oom Jos waren spullen verdwenen. De televisie, de stofzuiger, een antieke spiegel en de splinternieuwe Brabantia-afvalemmer van nog geen week oud die tweehonderd euro had gekost. Ik was in shock. Was er ingebroken? Maar toen ik verder keek, zag ik op diverse kasten en voorwerpen kleine post-it’s geplakt met de naam van mijn nicht. Ik was perplex. Thuis vertelde ik het mijn man. Die vond dat ik Susan moest bellen. Mijn nicht vertelde beschaamd dat de spullen inderdaad waren meegenomen door Bas, haar tweede man die nota bene niet eens naar de uitvaart van oom Jos was geweest. Zijn dochter ging binnenkort op kamers en hij was met haar naar het huis van oom Jos gereden. Ze had er van hem mogen ‘winkelen’! Alles wat in de auto paste, hadden ze al meegenomen. Op de rest waren stickers geplakt.
Ik was woest! Ik had mijn eigen kinderen – die jaren bij oom Jos speelden en met hem Sinterklaas en kerst gevierd hadden – nog niets eens gevraagd of ze iets wilden hebben. Dit meisje was een vreemde! Direct belde ik mijn neef, die ook furieus was. We spraken af dat hij alle stickers zou verwijderen en dat we enkel met ons vieren, de wettelijke erfgenamen, de spullen verder zouden verdelen. Mijn nicht was het daarmee eens, maar al de volgende dag ontvingen we een mail van Bas dat ook hij van oom Jos had gehouden en uit sentimentele overwegingen mee wilde beslissen over geërfde huisraad. Vier keer hebben we ‘vergaderd’ met partners, en alle vier de keren kwam er vreselijke ruzie. Bij alles wat we bespraken of overeenkwamen, gaf Bas tegengas. Hij had zijn dochter al spullen beloofd. Hij was emotioneel gehecht aan het meest kostbare schilderij van oom Jos en dat getaxeerd was op achtduizend euro. Wij woonden op een flat en hij had een tuin, dus kon hij de grasmaaier toch vast meenemen? En waarom kon de fysiotherapeut geen voorschot geven op de erfenis en aan iedereen alvast 10.000 euro overmaken? De beste man kende net onze voornamen en had geen idee in wat voor storm hij terecht was gekomen. Elke keer was er ruzie. Toen de laatste keer de stroopwafels door de kamer vlogen, werd mijn man, die zich altijd afzijdig had gehouden, bloedlink. Hij eiste dat gesprekken over de erfenis enkel nog met de erfgenamen zouden plaatsvinden. Partners moesten maar thuisblijven. Bas werd zo woedend dat hij werd buitengesloten, dat hij mijn man tegen de muur duwde en zijn keel dichtdrukte. Verbijsterd zagen we het gebeuren. Ook Susan schaamde zich voor haar man. Het werd een ordinaire schreeuwpartij waar de honden geen brood van lusten.

Blijkbaar was Susans schaamte niet groot genoeg, want bij elk volgend gesprek bracht ze de meest ridicule eisen in. Zo hamerde ze erop dat het spaargeld van oom Jos direct werd overgemaakt naar ‘de belanghebbenden’. Het was nu immers háár geld, en de executeur was volgens haar stiekem aan het potten. We voelden allemaal op onze klompen aan dat deze eisen van Bas kwamen.

Verdwenen gouden horloge

Tijdens latere gesprekken concludeerden we dat oom Jos’ huis verpauperde. Het stond inmiddels twee maanden te koop, maar de prachtige maar enorme tuin ontpopte zich tot een wildernis. Oom Jos had altijd een tuinman gehad. Zijn tuin was zijn geheime genoegen. We stemden ervoor om zelf de tuin bij te houden. De facturen die we van de hovenier terugvonden waren niet misselijk en Susan wilde absoluut geen tuinonderhoud betalen van de erfenis. We besloten om-en-om één volle maand voor de tuin te zorgen. Mijn man zou beginnen. Toen mijn neef als laatste aan de beurt was, trof hij een woestenij aan. Er was een maand lang geen gras gemaaid, niet gesnoeid, de oprit lag vol bladeren. Het huis gaf een groezelige aanblik. En dat was wat we juist niét wilden. De villa moest verkocht worden, liefst nog voor een goede prijs. Susan had gewoon helemaal niets aan de tuin gedaan. Ook Bas had geen vinger uitgestoken. Susan bleek ‘te moe’ geweest. Bas vond dat we ‘overduidelijk’ waren geweest met onze beslissing dat partners niet meer meededen. Mijn man en neef knapten alles op, maar ook de beurt erna sloegen Bas en Susan over. We stemden dat de executeur testamentair een tuinman zou laten komen om de tuin weer fatsoenlijk te maken na de door Susan verwaarloosde maand en dat het factuurbedrag van Susans deel afging. Diezelfde avond stuurde Susan een mail vol scheldwoorden. Ook schreef ze dat ze gemerkt had dat het gouden horloge van oom Jos verdwenen was. Had ze dat niet toevallig om de pols van mijn man gezien de afgelopen week? Mijn man ontplofte. Hij stuurde een lange mail terug waarin hij de factuur van zijn horloge scande. En waarom zou de gigolo of thuishulp het niet gedaan kunnen hebben? Hij had het horloge zelf gekocht toen hij zijn master had gehaald, iets waarvoor hij twee jaar avondenlang had geploeterd. Maar Susan en Bas bleven erbij dat het horloge van mijn man het horloge van oom Jos was.

Machteloos

Deze beschuldiging raakte me tot op het bot. Eerst kwam de diefstal van de spiegel en televisie, daarna de plakkertjes. Toen het gepingel om meer geld. Tenslotte kneep Bas de keel van mijn man dicht. En nu werden we keihard beschuldigd van diefstal. Het sneed door mijn ziel. We hebben altijd keihard gewerkt voor ons geld, zijn goudeerlijke mensen. Maar zelfs met de aankoopbon werden we niet geloofd. Ik voelde me zo machteloos, vond het zo intens gemeen. Het meest erge was dat ik in de supermarkt werd aangesproken door een vrouw. Ze smiechelde dat er een roddel over me rondging dat ik sieraden achterover had gedrukt van oom Jos, die iedereen daar kende uit de kerk. Ik viel zes kilo af van ellende, dacht dat ik gek werd. Mijn neef belde Bas en Susan woedend op. Hoe háálden ze het in hun hoofd om dit soort dingen te verzinnen? Hij had ons horloge al de week na aankoop zelf bij ons thuis bewonderd. Er was zelfs een verjaardagsfoto waarop zowel mijn man als oom Jos hun gouden horloge droegen. Maar Bas hield vol dat wij dieven waren. De fysiotherapeut hield zich afzijdig. En zo kwamen er twee kampen.

Ik heb gejankt van opluchting toen het huis verkocht werd. Uiteindelijk heeft het anderhalf jaar te koop gestaan. Niemand heeft even een klein miljoen liggen voor een bungalow en al die tijd verdeelden we het tuinonderhoud tussen ons drietjes, want Bas en Susan bleven koppig hun medewerking of elke andere mogelijkheid weigeren.
Na het passeren heb ik voor ons alle vier een bos bloemen gekocht. Ik was zo blij. Daarna heeft de fysiotherapeut volgens de laatste wens van oom Jos alles afgewikkeld en het geld correct overgemaakt. Ik heb alles opgemaakt. We zijn met het gezin op vakantie naar Curaçao geweest. Ook kochten we een nieuwe auto en een vakantiehuis aan de kust dat we bij toerbeurt gebruiken met ons hele gezin. De rest heb ik op de spaarrekeningen van de kinderen en kleinkinderen gezet. Meer dan vijfentwintig jaar van mijn leven heb ik voor oom Jos gezorgd, vaak ook wanneer dat niet uitkwam. Het was een immense belasting op mijn gezin. Maar ik kan door de manier waarop alles is gelopen niet genieten van het geld. Nu hebben mijn kinderen er nog wat aan, kunnen ervan groeien en studeren. Mijn man en ik redden het wel, dat hebben we altijd gedaan.

Enkel verliezers

Ik had zo graag gewild dat iedereen dankbaar was geweest. Dat we gewoon met elkaar om tafel konden zitten en een afsluitend etentje hadden kunnen organiseren en proosten op oom Jos. Wat had die paar honderd euro voor een tuinman nu uitgemaakt op zo’n immens bedrag? Waarom zoveel haat? Waarom geen excuses na die verjaardagsfoto waarop allebei de horloges duidelijk zichtbaar zijn? En waarom al dat gekissebis om tweedehands meubels? Ik kan het nog steeds niet geloven. Op alle familieverjaardagen en – trouwerijen waar mijn neef of ik komen, komt mijn nicht niet meer. Mensen in het dorp roddelen over mijn man, die zijn voor hem zo dierbare horloge nu niet meer wil dragen. De familiedag is afgeschaft. En de fysiotherapeut lacht in zijn vuistje met zijn cadeautje van netto vier ton. Hij is weg bij zijn vrouw en verhuisd naar Ibiza.

Nog steeds lig ik er soms wakker van. Wanneer ik mijn mailbox open, ben ik telkens bang dat ik een bericht vol nieuwe verwijten of scheldwoorden vind van Bas. En wanneer ik met kerst het servies van oom Jos gebruik, een van de twee dingen die ik graag wilde hebben, zie ik in gedachten het gele plakkertje met Susans naam er weer op kleven.

Zo vaak heb ik in gedachten alles opnieuw gedaan. Uitgedacht hoe ik had moeten reageren. Wat we anders hadden kunnen doen. Maar het is te laat. Alles is in duigen gevallen en het komt echt nooit meer goed. Voor de bruiloft van Bas’ dochter afgelopen zomer zijn we niet uitgenodigd. Alle vriendelijkheid is verdwenen. In plaats daarvan draait nu de halve familie, de kinderen incluis, hun nekken om wanneer we elkaar in het dorp tegenkomen. Oom Jos zou zich omdraaien in zijn graf als hij wist hoe verscheurd de familie is door zijn geld en hoeveel verdriet ik ervan heb.”

*Wegens privacyredenen zijn de namen in dit interview veranderd.

©EvelineKarman

Mijn gekozen waardering € -