John heeft zijn eigen eigen detective-bureau. ‘Als het nodig is voor een foto, verstop ik mezelf rustig vier dagen in mijn auto.’
“De meest voorkomende fraude is diefstal. Personeelsleden die het magazijn leegroven. Of de hondstrouwe manager die stiekem in de kluis graait omdat niemand hem verdenkt. Sommige fraudes worden zelfs perfect voorbereid. Denk dan aan de diefstal van zes postzakken. Alle facturen werden geopend en het bankrekeningnummer vervangen door dat van een oplichter. De rekeningen werden opnieuw verstuurd en keurig betaald, maar het geld kwam niet bij de juiste firma terecht. In plaats daarvan financierde een crimineel zijn flamboyante levensstijl met deze truc. Ook trof ik eens een zeer betrouwbare administrateur die achteraf helemaal niet zo netjes bleek. Stiekem had hij zijn vrouw op de loonlijst toegevoegd. Deze dame heeft geen dag voor de multinational gewerkt, maar ontving via haar man aan het eind van elke maand wél een riant salaris.
Handschriftdeskundige
Zelf werk ik het meest aan bedrijfsfraude. Mijn uitdaging is het opsporen en bewijzen van bijvoorbeeld onterecht ziekteverzuim, diefstal, of het overtreden van een concurrentiebeding. Ik zet overal mijn tanden in.
Bedrijfsfraude kan echter ook chantage zijn. Ooit hielp ik een zeer succesvolle ondernemer. Hij ontving anonieme brieven en kaarten met vreselijke dreigementen. Als hij niet betaalde, zouden er afschuwelijke verhalen over hem de wereld in worden geholpen. Omdat hij geen enkel idee had wie de dader kon zijn, schakelde ik een handschriftdeskundige in. Uit alle brieven en correspondentie die mijn cliënt jarenlang had bewaard, kwam uiteindelijk een match. De afperser bleek een jonge vrouw te zijn die door hem was ontslagen. Geld had ze niet nodig. Ze woonde in een prachtig huis en was bepaald niet armlastig. Het bleek haar puur te gaan om wraak. Ze was woedend omdat de zakenman haar niet goed genoeg vond en haar contract had opgezegd.
Verstopte tuinman
Mensen noemen me weleens privédetective, maar dat vind ik zo’n shabby woord. Alsof je ergens in de bosjes ligt om te onderzoeken of papa met de secretaresse zoent. Ik hou me sowieso niet bezig met relatieperikelen. Mijn lijf gaat tintelen wanneer ik fraudeurs, zwendelaars en dieven kan ontmaskeren. En ook al zit ik soms uren achter de computer om sporen te zoeken of trucs door te spitten, het komt zeker vaak voor dat ik observeer. Natuurlijk weet ik vooraf niet altijd wanneer dat gebeurt. Als een ‘subject’ – iemand die ik natrek – wegrijdt, ga ik er achter aan. Als ik dan net naar de wc moet, heb ik pech. Dan moet ik het doen met een lege fles, want risico neem ik niet. Daarom heb ik ook standaard een sixpack water en snacks in elk van mijn auto’s. Ik heb er drie, voor alle voorkomende situaties. In het Gooi heb je namelijk een heel andere wagen nodig dan bij een fabriekspand in Tilburg. En dan nog moet je op je hoede zijn. In een miljonairswijk in Laren kan ik mijn auto niet zo maar langs een lommerrijke, rustige laan parkeren. Dat valt op. Daarom inventariseer ik vooraf alle auto’s die bekend zijn op het adres van degene die ik volg. Met een of meer collega’s post ik dan gelijktijdig langs elke drukke weg die van en naar het huis gaat. Of ik doe me voor als enquêteur of tuinman, inclusief groene overall en schoffel.
Dat observeren is soms best eng. De keer dat een zware crimineel recht op mijn auto af liep en naast mijn auto begon te bellen terwijl ik plat op de achterbank lag te filmen, zweette ik peentjes. Als door een wonder merkte hij me niet op. Een paar weken later zag ik hem opnieuw, dit keer op het journaal. Hij was door de FIOD gearresteerd. Dan ben ik trots en opgelucht dat ik voor mijn opdrachtgever nét die ene foto of film schoot waarmee iemand een veroordeling kan krijgen. Dat ik daarvoor soms weken in mijn auto ‘woon’, maakt me helemaal niets uit. De grootste kick voor mij is dat ik mijn opdrachtgever heb geholpen.
Heel af en toe, zoals die keer dat een meisje geld had verduisterd om een grafsteen voor een overleden familielid te betalen, raakt een zaak me in mijn hart. Dan moet ik echt even slikken. Maar meestal gaat het om hebzucht, bijvoorbeeld de verpleegkundige die stal van bejaarden. Dat vind ik zo gemeen. Als ik zo’n dief betrap, ben ik altijd blij. Maar fraude en diefstal is echt niet alleen voorbehouden aan de caissière bij de supermarkt of de manager met geldzorgen. Ook rijke mensen beduvelen de boel soms flink. Een fraai staaltje inhaligheid en egotripperij zag ik ooit van heel dichtbij. Als lid van een businessclub maakte ik kennis met een zakenmagnaat die bekend was van tv en de Quote 500. Hij pochte maar al te graag over zijn overwinningen op materieel gebied. Op profielfoto’s op social media poseerde hij in dikke auto’s, dronk hij champagne in Dubai, of hij lag tussen kirrende stewardessen in een business class vliegtuigstoel. Maar al te graag vertelde hij over zijn deelname aan de Quote-Challenge, een autorally voor de allerrijksten vol Lamborghini’s, Ferrari’s en Bugatti’s, en tijdens een bezoek aan de miljonairsfair kocht hij de meest dure horloges. Het aparte was, dat hij ondanks zijn erg hoge ‘kijk-mij’- gehalte een bijzonder charmante en aardige man was. Het liep niet goed af met deze meneer. Hij bleek wel heel grootschalige belastingfraude te plegen. Met een aantal medeplichtigen kocht hij producten die ze zo vaak aan elkaar doorverkochten in binnen- en buitenland, dat er een grote wirwar van transacties ontstond. Wanneer ontmaskering dreigde, liet hij een bedrijf failliet gaan. In de tussentijd betaalde hij geen BTW over al die transacties, maar hij vroeg het wel terug. De belastingdienst heeft zo onterecht vele tonnen uitgekeerd.
Onaantastbaar
Mensen die stelen, wanen zich vaak onaantastbaar. Ze vinden zichzelf slim. Vaak zijn het ook enorm aimabele en verzorgde mensen. Ze verwachten dat niemand de link naar hen legt. Een eerste poging tot bedrog, vaak klein, wordt meestal niet opgemerkt. En dan gaat iemand steeds een stapje verder. Maar uiteindelijk maakt iedereen fouten. En daar wacht ik op, hoe lang het ook duurt. Mijn dikste dossier bestrijkt een paar jaar. Dat ging om miljoenen euro’s.
Soms lijkt iemand onvindbaar. Dan zoek ik uren op internet naar die ene speld in de hooiberg, waarbij ik uitga van iemands netwerk en hobby’s. Soms vind je een gevluchte oplichter dan bij een polowedstrijd of via een vaarroute die is aangemeld voor zijn of haar jacht. Ooit vloog ik voor een klant naar de Cote d’Azur om een steenrijke Russische zwendelaar op te sporen. Omdat meneer een dure smaak had, zocht ik in luxe clubs en restaurants. Ik deed me voor als miljonair en at voor honderden euro’s per dag. Uiteindelijk zag ik hem lopen. Vliegensvlug zette ik mijn gehuurde wagen aan de kant, installeerde mijn camera op mijn schoot en via de achteruitkijkspiegel schoot ik onzichtbaar voor hem een perfecte foto. Door mijn foto kon hij eindelijk getraceerd en opgepakt worden.
Geheime camera’s
Fraudeurs in de wereld vol rijkdom vinden het erg interessant om zich beter voor te doen dan ze zijn. Ze willen zich meten met de allerrijksten, hen imponeren. Daardoor worden ze gevraagd voor jetsetfeesten, hebben ze een glamourleven, en worden ze gezien met interessante en succesvolle mensen. Om dat te kunnen, halen ze trucs uit. Voor hen is er geen weg terug. Want hoe vertel je je rijke vrienden dat je de ene zomervakantie een suite in New York huurt met privébutler en jacuzzi op het dakterras, en het jaar daarop met je Kip-caravan naar de Moezel rijdt?
Maar hoeveel trucs er ook worden verzonnen: ik ken ze ook. Al moet ik me daarvoor soms voordoen als iemand anders. Zo zat ik ooit een week als hotelgast in hetzelfde hotel als een grote internationale flessentrekker die mensen voor miljoenen had opgelicht. Af en toe groetten we elkaar, maakten een praatje aan het ontbijtbuffet, of we hielden de lift voor elkaar open. Ik investeerde in tijd om geen argwaan op te wekken. Na vijf dagen raakten we aan de praat in de bar. Ik stelde veel vragen over zijn vakanties en lievelingseten, en we dronken dure whisky. Op het goede moment haakte ik in op zijn beroep en vertelde dat ik wel interesse had in een product van zijn bedrijf. Hij werd gretig en probeerde me over te halen met allemaal reclamepraatjes. Stuk voor stuk gelogen wist ik, want met dezelfde kletskoek had hij veel slachtoffers gemaakt. Met een geheime camera in mijn horloge – ze zijn er ook in autosleutels, pennen en zelfs brillen -, nam ik alles op. Uiteindelijk stond al het bewijs van zijn zwendel op tape en kon er aangifte tegen hem gedaan worden.
Natuurlijk is het soms moeilijk om weg te moeten op een verjaardag of een speciale gebeurtenis omdat een GPS-tracker af gaat. Zo’n verklikker installeer ik wanneer dat in een onderzoek is toegestaan stiekem en die vertelt me precies waar een auto is. Dan moet ik er direct heen, wat er ook gebeurt. Het kan nét die ene avond zijn dat een zaak kan worden opgelost. Het enige lastige aan mijn werk, is mijn enthousiasme beteugelen. Want het liefst zou ik elke crimineel op heterdaad willen betrappen. Daardoor maak ik wel de mooiste avonturen mee. Zeg nou zelf, wie drinkt er onder werktijd cocktails van bijna zestig euro per stuk of wandelt in een zonnige jachthaven tussen de superjachten om een criminele jetsetter uit de tent te lokken? Als ik dan een paar weken later mijn zaak op de voorkant van de Telegraaf en het journaal zie, voel ik echt een kriebel in mijn buik.””
Dit interview stond eerder in GOOSCH / CLASSY
©EvelineKarman