C O L U M N
Afgelopen week kreeg ik een mail van een tijdschrift. ‘Dit artikel moet inclusiviteit in alle kleuren en wensen hebben.’
‘We willen een x-aantal woorden en deze bepaalde focus. Maar pas op dat het niet geforceerd aanvoelt.’ Het woordje ‘woke’ viel.
Voor degenen die het gemist hebben: ‘woke’ betekent alert zijn op maatschappelijke ongelijkheid. Een goed streven, dat zeker, maar het balanceert wel op en over bepaalde randjes. Randjes van bijvoorbeeld respect voor ouderen of fatsoen. ‘Beste reizigers’, in plaats van ‘Beste dames en heren’ in de trein: supermegawoke.
Woke zijn is tegenwoordig zo cruciaal dat ik van de week een splinternieuw boek las en al bij hoofdstuk twee in de ‘ohoh-modus’ schoot. Er werd gerefereerd aan een groep onaangepasten die zich gedroeg als ‘debielen’.
Ik durf het niet meer. Het woord debielen gebruiken in een column.
Jodenkoek. Negerzoen. Moorkop. Zwartrijden. Zigeunersaus. Blanke vla. Huidkleurige panty. Google zal wel aanslaan als ik deze column plaats.
Een kennis die op Social Media schreef dat zij parttime werkte omdat zij geen werkslaaf was, kreeg serieuze dreigmail van mensen die dagelijks het internet afstruinen op het woord slaaf. Het mag niet meer. Net als kleurling, licht getint, Afro-Amerikaans. Exotisch mag enkel nog bij bloemen en planten. Blank is een doodzonde: wit is het correcte woord. Halbloed moet ‘gemengd’ zijn.
‘De overvaller was een mens in spijkerkleding en met groene pet.’ (want spijkerbroek is misschien ook al gendersturend)
Woke is ook ‘bewust zijn van andere seksuele voorkeuren’. Transgender, transseksueel, lghbt-gemeenschap, travestie, autoseksueel, panseksueel, androgyn, gender fluïde… De groep non-binairen wil met respect worden aangesproken, enkel met ‘die’ of ‘hen’. Ik vind het allemaal best lastig.
Maart 2021 maakte Saskia Noort bekend dat zij na zeventien jaar trouwe dienst stopt met haar column in LIINDA. Haar inspiratie droogde op, het was tijd voor nieuwe dingen, en…. ze had er ‘geen lol meer in’. Het balanceren met haar woorden, de continue weegschaal, en daarna het telkens ontvangen van dreigmails en ‘digitroep’: ze was er klaar mee. Ik begrijp haar zo goed.
Een maatschappijkritische column schrijven is een sinecure geworden. Als het niet ‘woke’ is, komt er trammelant van. Journalisten zoals Clarice Gargard die zich gecensureerd voelen door maatschappelijke druk. Een ‘witte’ woordkunstenaar die een gedicht van een ‘gekleurde’ dichteres vertaalt: schande! De Nederlandse schrijfster Lale Gül die met de dood wordt bedreigd omdat ze schrijft over de Islam.
Schreef Daphne Deckers zo’n tien jaar geleden over financiële uitbuiting in bepaalde beroepsgroepen of het gevaar van ‘Anna-groeperingen’ (meisjes die elkaar tips geven om zich te kunnen uithongeren), tegenwoordig komen haar columns uit een infuus van zoetsappigheid. ‘Het empty nest syndroom’. ‘De menopauze’. Pure ranja. Uiteraard zonder suiker, want dat mag ook alweer niet. In de damesbladen, een afspiegeling van de maatschappij, staan mierzoete columns van ooit pittige journalisten die nu schrijven hoe ze goulash stoven. Kritiek geven mag niet. Niemand durft nog. De tekst wordt een beetje geaaid uit angst voor drek. Dat vind ik zeer spijtig. Een verarming. Lekker woke, dat wel. Maar helaas ook een stuk minder boeiend. Want juist een haakse mening (mits met respect uitgedragen!) kleurt het landschap. Het laat mensen nadenken. Een mening vormen.
Zelf ben ik van de Partij Voor Vredelievendheid. Laat iedereen die hij of zij of hen of die of het of GoddelijkeGoeroe wil zijn, dat dan ook vooral zíjn. Zolang niemand geschaad wordt, vind ik het prima. Maar met het hele woke-gedoe zijn mensen zo snel gekwetst dat daar ook weer een schaduwkant verrijst. Zo vind ik het heerlijk om wél als mevrouw te worden aangesproken. Ik voel me senang in mijn gender en daarmee mag ik me gelukkig prijzen. Ik draag linten in mijn haren en jurkjes. Ik snak ernaar dat de conducteur mij ‘mevrouw’ noemt. Dat de NS kiest voor een meer handzaam en neutraal woord, accepteer ik. Maar laat mij mezelf niet als vrouw in een verdomhoekje hoeven zitten, want dat is ook niet ‘woke’.
Woorden zijn onderhevig aan cultuurschommelingen en tijdspaden. Wanneer iets kwetsend is, gaan we in gesprek. ‘Kopje thee erbij,’ zouden ze op het ministerie zeggen. ‘dan komen we er wel uit’. Gelukkig maar. Want het is voor een beetje pannenkoek vreselijk om nog steeds te worden aangesproken als pannekoek. Dat doet superveel pijn.
Brengt mij weer even terug naar dat gender-inclusieve artikel. Ik vind het knap lastig worden. Ik denk dat het daarom een interview wordt met een exotische geranium in spijkertenue en een groene pet. Als een blad vraagt om inclusiviteit, dan krijg het dat. Want dreigmail? Daar zit ik niet op te wachten!