Ik merk dat ik best wel aangeslagen ben door de moord op Peter R. de Vries. Hij leek me een aardige maar vooral hardwerkende man met een groot ego en een heel groot hart. Telkens als ik zijn naam ergens zag, dacht ik aan Marion en Romy van Buren. Peter heeft jaren naar hen gezocht. Ken jij ze nog?
Ik zag de aanslagfoto’s op Twitter – Peter op de grond -, en verbaasde me om de meute wolven die om hem heen stond te fotograferen. Daarna werd ik heel boos op de dader, een knulletje van net uit de luiers op zoek naar fortuin (excusez-moi mijn woordgrapje om een andere laffe moord).
Het valt me vaker op. De agressie. Het ongeduld. Het metéén willen hebben wat je wilt, of dat nu een koophuis, een baby of rijkdom is. Ik wil het. En ik pak het.
Zo somber word ik van al die filmpjes met steeds weer dezelfde types die opduiken: vrouwen die geld pinnen van de rekening van bejaarden. Ik krijg rimpels van alle middelvingers en grote smoelen op de weg of in de stad. De briesende-stieren-blikken in de supermarkt. Weet je wat? Ik ga het gewoon hier neerzetten. Komt ie: Ik walg van de moderne gemakzucht. De laksheid en desinteresse. Jakkiebah.
Begrijp me goed, dit wordt geen chagrijnige depri-blog. Ik ben namelijk een soort lachsmurf. Als iemand deze wereld prachtig vindt, ben ik het wel. Ik hou van het leven. Ik omarm het. Spring erin rond als een kuiken. En elke dag opnieuw ben ik blij als ik wakker word. Ik doe mijn ogen open en ben vrolijk. Dat komt natuurlijk vooral omdát ik wakker word. Maar wat heb ik nu écht te klagen? Ik heb elke dag te eten, krijg zoete roze liefde van mijn dierbaren en ben nooit eenzaam. Ik heb de meest geweldige vriend/moeder/kat (ik kan niet kiezen) van Nederland. Ik poets het leven glanzend als een Alladinlamp waar blije rook uit komt. Mijn blijdschap-motor is eten. Chocola. Toastjes. Kerstomaatjes. Hutspot. Mayonaise. Paprikachips. Watermeloen. Slagroomtaart. Raketjes. Kippensoep… Nou ja, je begrijpt me vast.
Heel soms denk ik erover om weg van alle narigheid te lopen en in een hutje op de hei te gaan wonen. Een eigen eiland vol fantasieverhaaltjes en vrolijke mensen die allemaal gezond blijven. De geur van gras in plaats van optrekkende vrachtwagens. Urenlang kerststukjes knutselen in december en zelf muffins bakken zonder me druk te maken of ik wel de juiste tas of schoenen draag. Puntneus of blokhak? Kan dit model spijkerbroek nog wel naar dat gesprek? Oh jee. Mijn haar is uit de krul.
Steeds vaker is er dat huisje in mijn hoofd. Zolang ik wifi heb (en chocola) kan ik vooruit. Geen verkeersruzies. Geen opgefokte gezichten. Gewoon een beetje fietsen langs de koeien. Machtig lijkt me dat. Soms dagdroom ik daarover. Ik droom namelijk graag. Laten we gewoon samen de wereld een beetje mooier maken en bij het begin beginnen: bij jezelf!
Waar droom jij van?