Blendle

Leandra (43): Ik ben het slaafje van mijn man

Toen Leandra (43) trouwde met Pascal (43) dacht ze dat ze de jackpot had gewonnen. Maar Pascal vindt Leandra al jaren ‘niet goed genoeg’. Hun kinderen houden hen bij elkaar.

‘Vorige maand waste ik een dekbedovertrek van flanel. Ik dacht dat het op zestig graden kon, maar de print bleek totaal verwaaierd in de stof. Stiekem bestelde ik een nieuwe hoes. De oude gooide ik weg. Ik durfde het niet op te biechten aan Pascal. Vooraf weet ik al wat zijn woorden zullen zijn. ‘Jij kunt ook helemaal niks.’ Negentien jaar ben ik bij hem, maar nog steeds ben ik niet goed genoeg. Ik weet niet hoe lang ik dit nog volhoud.

Ruwe Bolster

Ooit was Pascal mijn droomman. Mijn zonnetje. Als studenten uit Groningen schepte onze geboortestreek een band in het voor ons allebei nieuwe Nijmegen. De weekenden treinden we samen naar het noorden, dat was gezelliger dan dat lange stuk alleen. Ik nam autorijlessen bij dezelfde rijschool als Pascal omdat hij me de instructeur aanraadde. Pascal gebruikte mijn recepten bij een dinnerdate. Ik vond hem evenwichtig en doelgericht. Type ruwe bolster blanke pit. We voelden ons vertrouwd bij elkaar. Na een filmavondje, we kenden elkaar toen vier jaar, was daar ineens die steekvlam. Ik keek naar Pascal toen hij een toastje met brie aangaf en dacht: jij bent écht leuk! Dat bleek wederzijds.

In onze relatie bleef Pascal de man die hij altijd was. Toen we nog vrienden waren wond hij er nooit doekjes om als ik iets droeg wat hij me niet vond staan. Ik liet het dan meestal zo, maar nu ik verliefd was paste ik dat aan. Ik droeg vaker rokjes en liet mijn haar voor hem groeien. Ik vond zijn mening belangrijk, wilde hem plezieren. Dat is toch niet zo raar als je verliefd bent? Pascal deed ook alles voor mij. Als ik ziek was, regelde hij al mijn boodschappen en zorgde voor gezond eten. En hij ging van onderbroeken naar boxershorts om mij te plezieren.

We studeerden af en trokken in een huurwoning in ons geliefde Groningen: een hamsterrad vol nieuwe ervaringen. De eerste sollicitaties, nieuwe banen en het overlijden van Pascals vader. Na de eerste rush kwamen de leuke dingen. Zo planden we een reis naar Cambodja. Wel stippelde Pascal die voor ons uit. Hij vond zichzelf beter in budgetteren. Volgens hem gaf ik kapitalen uit aan lekkere hapjes en snuisterijen voor in huis. Ik zocht er niet veel achter. Ook niet dat Pascal die reis alle hotels bepaalde, hotpants verbood en bij thuiskomst vond dat ik best meer kon werken. We droomden van een boerderij in de natuur met dieren erbij. Als ik fulltime aan de slag ging, kwam die er eerder. En als het lukte wilden we toch vier kinderen samen? Moesten we dan niet eerst ons leven financieel op orde hebben? Zo besloot Pascal steeds meer voor ons. Eerst had ik dat niet zo in de gaten. Ik ben een rustig type, vind het fijn als er voor me gezorgd wordt. Als Pascal dingen graag op zijn manier wilde doen, vond ik dat niet zo’n punt. Later voelde het als betuttelen. Vroeg Pascal eerder voor een feestje nog weleens of ik een bepaalde jurk wilde aantrekken, in die tijd begon hij met het klaarleggen van kleding. Een jurk is een jurk, maar soms voelde het kleinerend. Zo stuurde hij me een keer terug omdat ik huidkleurige panty’s moest aantrekken in plaats van zwarte. Of hij trok het elastiek uit mijn met zorg gekapte haren omdat het los ‘stijlvoller’ was. Als ik dat met mijn moeder besprak, vond ze dat ik niet op alle slakken zout moest leggen. Pascal droeg me op handen, zat niet op datingsites en was ambitieus. ‘In een relatie moet je een teamplayer zijn. Anders red je het niet.’
Mijn beste vriendin zei: ‘pick your battles’. Ze vond dat ik beter energie kon stoppen in ruzies als het voor mij een halszaak was. ‘Ik draag ook hoge hakken voor mijn vriend. En als hij graag boerenkool wil eten, dan regel ik dat.’ Ik legde me daarbij neer. Misschien hadden ze wel gelijk. En hoe erg was het nu om een keer van panty te wisselen als je vijf samen jaar was? Pascal wilde toch alleen maar dat ik er nóg mooier uitzag?

De baas in huis

Op mijn dertigste, we waren zes jaar samen, werd ik zwanger van onze eerste. We trouwden om alles ‘goed geregeld’ te hebben voor de kleine. Toen Ingmar geboren werd, kregen Pascal en ik onze eerste helse ruzie. Pascal stond erop dat onze zoon gedoopt werd. Voor mij hoefde dat niet. Ik kom uit een niet gelovige familie, maar in Pascals familie lag dat gevoelig. Hoe vaak ik ook aanhaalde dat onze zoon over zulke dingen later beter zelf kon beslissen en dat we eerder anders hadden afgesproken: Pascal was niet voor rede vatbaar. Uiteindelijk gaf ik toe. En ik gaf ook toe toen Pascal besloot om Ingmars poppen weg te gooien. Die had ik gegeven omdat ik het belangrijk vond om onze zoon genderneutraal te laten opgroeien. Pascal vond dat onzin. Bij een jongen hoort blauw. Steeds meer werd door Pascal bepaald. Ik liet het gebeuren, Het sloop erin. Achteraf denk ik dat ik toen van me had moeten afbijten.
Na Ingmar kwamen nog één dochter en twee zoons: vier kinderen in totaal. Ik was er vreselijk druk mee, rende de hele dag om ’s avonds van Pascal te horen dat het huis smerig was of dat zijn lievelingsbroek niet gewassen was. En waarom waren er nog geen boodschappen gedaan? Was ik daar soms te lui voor? Of had ik de hele dag gefacebookt of met mijn moeder gebeld om over hem te klagen?

Ik twijfelde over onze relatie. Wilde ik een moeke zijn? Had ik zo’n goede studie afgerond om continu bekritiseerd te worden? En toen was daar ineens het aanbod van een nieuwe baan. Pascal kon promoveren in Kent, Engeland. Bij de baan hoorde een fantastisch salaris. ‘Dit is onze kans!’ riepen we tegen elkaar. We zouden vijf jaar in Engeland gaan wonen, ons geld oppotten en dan eindelijk hier die boerderij kopen, inclusief bokjes en kippen.
We vertrokken, klaarden onze auto in, en regelden een woning in Kent. Het werd een prachtige landelijke cottage die daar voor het oprapen lagen. Er kwamen twee honden en ook voor de kippen was plek. Ik dacht dat ik de jackpot had gewonnen, maar het leven in Engeland maakte me geïsoleerd. Even bij mijn moeder een kop koffie drinken was geen optie meer. Vriendinnen maakte ik slecht. Er waren weinig Nederlandse vrouwen en als ik ze vond, werkten ze overdag of ze woonden op minimaal een half uur rijden.
Toch genoot ik van mijn leven. Ik zag de kinderen opgroeien, vond de boerderij geweldig, ook al was daar wel een hoop werk waardoor ik niet echt flexibel was. Een weekend naar Nederland moest ik goed plannen, zeker met vier kinderen. Ook de lokale afstanden bleken lastig. Ik woonde weliswaar landelijk, maar de kinderen waren te klein om zelf te reizen. Ze gaan met de bus naar school, maar verder ren ik me rot. Intussen kwamen er steeds vaker opmerkingen van Pascal. Waarom liet ik mijn haar niet meer blonderen zoals vroeger? Hoe kwam het dat ik ineens in fleecevesten ‘woonde’? En waarom aten we ineens van plastic tafelkleden? Was de was doen en strijken nu echt teveel werk? Dat ik regelmatig vier trommels per dag draaide, leek hem te ontgaan. Als ik voor mezelf opkwam, was hij keihard. ‘Jij wilde kippen,’ zei hij dan. Of: ‘Andere vrouwen dragen wel hakken en die hebben ook kleine kinderen.’
Hij verwachtte een stadse vrouw van me, een die niet in lokale moeder-de-gans-winkels haar jurken hoefde te kopen. Hij rekende op liflafjes bij het eten, geserveerd met brandende kaarsen en een gechambreerde fles wijn. Ik was al blij als ik ’s avonds een pan kipkerrie klaar kreeg. Dan schudde Pascal zijn hoofd. ‘Zo’n mooi diploma, en dan kun je niet organiseren.’ Steeds vaker kwamen er rotopmerkingen. Ruilen, dus ik de kost verdienen en hij thuis blijven met de kinderen, wilde hij niet. ‘Je wist vooraf dat ik een traditionele man ben.’ Daar heeft hij gelijk in. Ik ben opgevoed met de gedachte om voor mezelf te kunnen zorgen en mijn eigen broek op te houden. Maar nu ben ik in een leven verzand waarin ik muurvast zit. Ik krijg constant kritiek. Zelfs voor we vrijen, vraagt Pascal of ik ‘mezelf niet eerst even wil fiksen’. Daarmee bedoelt hij dat ik de comfortabele katoenen onderbroeken van Marks and Spencers moet omruilen voor een sexy lingeriesetje en mezelf opkalefateren met lipstick, mijn haar het liefst in de krul. Soms geef ik daaraan toe, ik wil geen slons worden en aan mijn huwelijk blijven werken. Maar vaak ben ik al blij als ik in mijn bed lig en de triljoen boodschappenlijstjes in mijn hoofd kan uitschakelen. De seks zelf is gelukkig nog prima. We doen het nog zeker elke week. Pascal is ook daarin een dominante man, hij neemt wat hij wil, en ook al is dat niet echt ‘woke’, ik vind dat zeer opwindend. Ik ben niet van de vanilleseks en vind het heerlijk om als een poppetje door het bed gesmeten te worden. Daarin vinden we elkaar telkens weer terug. Na een flinke vrijpartij kruip ik in Pascals armen en knuffelt hij me met lieve woordjes. Dan zegt hij dat ik nog steeds zijn ‘grunnegse poedie’ ben en dat hij trots is op zijn gezin. Als we ergens zijn met ons zessen, deelt Pascal constant selfies op Social Media. Hij is zo dankbaar voor dat bundeltje mensen dat allemaal op elkaar lijkt, de kinderen steeds groter en Britser.

Eieren voor geld kiezen

Uiteindelijk zijn we helemaal niet teruggegaan naar Nederland. Het is onmogelijk om -zelfs in Groningen- een boerderij te vinden waar we zoveel ruimte hebben als hier. De rust, het gebrek aan verkeersruzies, coronawappies, files en ‘fear of missing out’. Chaneltassen heb je hier niet nodig. We houden van het weer, van de mist en de kliffen. En onze kinderen hebben hier hun vrienden en clubjes. Ze spreken in die zes jaar hier intussen beter dialect dan wij.

Ik heb dus alles wat mijn hartje begeert. Vier geweldige kinderen. Een trouwe man waarmee ik nog steeds kan lachen. Via Pascals werk ontmoetten we twee vriendenstellen waarmee we soms uiteten of dinnerparties geven. Ik heb mijn boerderijtje en mijn dieren en Pascal verdient een riant salaris waarvan we alles kunnen doen, ook al vieren we onze vakanties in UK omdat we niet lang of ver weg kunnen door onze dieren. Iedereen is gezond en behalve een concentratieprobleem bij een van de kinderen is er geen vuiltje aan de lucht.
Toch knaagt er iets. Het is de geestelijke leegte. Ik mis waardering. Twee keer ben ik begonnen aan een thuisstudie, maar ik vind er de tijd niet voor en ben zelden ongestoord. Misschien lukt dat als de kinderen groter zijn. Intussen vul ik mijn tijd met borduren en diamond painting. In het grootste geniep werk ik één ochtend in de week in de plaatselijke boekhandel, mijn guilty pleasure. Ik lees veel, ben dol op pittige literatuur. Dan pieker ik minder. Want natuurlijk vraag ik mezelf regelmatig af: was ik naïef door te denken dat ik een powervrouw kon zijn én een carrière kon combineren met een boerderijtje plus vier kinderen? Zou mijn leven anders zijn geweest als we in Nederland waren gebleven? Heb ik wel recht om ontevreden te zijn? Bovendien: de oudste is nu dertien. De jongste pas zeven. Dan ga je niet uit elkaar. De kinderen zouden naar een flat moeten, want ik kan deze cottage niet betalen noch onderhouden in mijn eentje. Ik kan ze ook niet mee terug naar Nederland slepen terwijl hun vader hier zijn droombaan heeft. Pascal staat hoog op de maatschappelijke ladder. Moet ik hem dat afpakken? Maar in mijn eentje opnieuw beginnen in Engeland lijkt me vreselijk. Daarom laat ik me nog even ringeloren door mijn echtgenoot tot ik weet wat ik moet doen of de kinderen groter zijn. Ik ga braaf stofzuigen als Pascal uit zijn werk komt en aan een van de kinderen vraagt om de stofzuiger voor mama te pakken omdat het huis niet schoon genoeg is. En ik breng een nieuwe broek terug naar de winkel als Pascal dat vraagt omdat ik daarin ‘op een boerderijdier lijk’. Wil hij uiteten en heb ik net een heerlijke stew in de oven staan, dan gáán we uiteten. Pascals wil is wet. Dat voelt alsof ik aan een riem loop.
Ik hou me vast aan de fijne dingen in ons leven. Kerstmis vieren met ons zessen; een rijkdom. Er is financiële zekerheid en ruimte voor leuke dingen. We zijn alle zes dol op hiken, pittige wandeltochten waarbij we op blote voeten in riviertjes lopen, de zalmen tussen onze voeten. Dan houdt Pascal mijn hand vast, geeft me een knipoog als we picknicken uit de Tupperwarebakjes die híj uitzocht. Ik pluk de mooie momenten en bewaar ze als foto’s in mijn hoofd. En ik hou me vast aan onze vrijpartijen, de intieme gesprekken daarna en de complimentjes die dan weer komen. Want diep in zijn hart is Pascal een fijne man. Ik heb al zoveel meer als waarvan de meeste vrouwen dromen!’

*Wegens privacyredenen zijn de namen in dit interview veranderd.

©EvelineKarman

Mijn gekozen waardering € -