Blendle

Lara (30): covid maakte van mij een alcoholist

Lara* (30) werkt in loondienst thuis. Door corona zocht ze troost in alcohol.
Te laat kwam ze erachter dat ze verslaafd is geraakt.

“Ik had een online vergadering met het hele team. Iedereen was nerveus. We vermoedden dat onze baas wereldkundig zou maken dat onze grootste klant had opgezegd. Keurig opgemaakt zat ik achter mijn laptop, bloemetje op tafel, naast me een glas rooibosthee met een lepeltje en een thee-ei erin. Althans, mijn collega’s dáchten dat het rooibosthee was. In werkelijkheid dronk ik pure whiskey. En er was niemand die het zag of aan mij rook. Niemand die de lege flessen op het aanrecht zag. Isolatie en thuiswerken hadden me zover gebracht dat ik onder werktijd en ver daarna aan de alcohol zat.

Sinds mijn laatste relatie klapte, woon ik alleen. Dat bevalt me prima. Ik heb veel tijd voor mezelf nodig en ben een workaholic. Als IT consultant verzorg ik de beveiliging van servers van grote bedrijven. Dat kan op afstand, en mijn collega’s en ik nemen dagelijks in een online ‘ochtend-round-up’ alle lopende zaken door. Eerst was ik nog blij met thuiswerken. Geen overvolle treinen meer, geen kletspraat bij de koffiemachine. Ik stortte me op mijn werk en kon eindelijk back-ups maken en privé-mappen en digitale foto’s sorteren. Toen dat allemaal was gedaan, werden de dagen steeds langer. Mijn sportclub bleef dicht, feestjes werden afgezegd. Om de tijd door te komen accepteerde ik freelance klussen. Helaas begrepen bedrijven steeds meer wat de impact van corona was en ze hielden de hand op de knip. Ik surfte uren op forums of controleerde uit verveling werk van anderen.

Eén glaasje Baileys

Het begon onschuldig met een glaasje Baileys bij het koken. Ik was blij dat ik mijn computer kon afsluiten en wilde wegkruipen met een boek of Netflix. Dan kon ik het net zo goed gezellig voor mezelf maken. Kaarsje aan, muziekje op, gezellig een glaasje Baileys op het aanrecht. Ik was trots op mezelf. Ondanks de klotesituatie vond ik dat ik het prima voor elkaar had. Ik at gezond, dekte de tafel, en na het eten kroop ik op de bank met een pot thee. Maar toen de lockdown maar blééf duren en het buiten warmer werd, zat ik liever op mijn balkon met een wijntje. Twee glazen vond ik toen nog genoeg.
Eind juni gingen de restaurants weer open en leek alles voorbij. Ik lunchte met vriendinnen, winkelde met mijn moeder en taalde niet meer naar drank. En toen kwam in oktober de tweede lockdown. Meteen schoot ik terug in mijn oude routines. Gezellig kokkerellen met een likeurtje en na het eten een glas wijn. Of twee, dat mocht ook. Net als iedereen baalde ik van de ellende op het nieuws. Hondjes werden doodgeschopt in het park en huisvaders in een woonwijk uit agressie overreden. Maar ik was gezond, had mijn vaste baan en tussen al die enge verhalen van onder andere een collega wiens vader aan corona overleed,  moest ik van mezelf genieten van het leven. Alcohol maakte me losser, rustiger. En ach, na die eerste lockdown was ik van de ene op de andere dag gestopt met drinken, dus zo erg was het niet. Na elke werkdag trok ik vrolijk een ‘flessie’ open. Nog voor oktober om was, zat ik op een fles wijn per dag.

Ruzie bij het Kruidvat

In het Kruidvat was ik de week voor Sinterklaas getuige van een flinke ruzie tussen een mevrouw en een winkelmedewerkster. Een oude dame trok het tienermeisje bijna letterlijk over de toonbank om een ruzie over één euro negenenzestig. Bij de bakker werd ik door een andere klant afgebekt. Eenmaal thuis schonk ik een glas ijskoude wijn in. Met elke slok werd ik overmoediger. Ze konden allemaal het rambam krijgen. Ik bleef liever in mijn veilige en fijne cocon.
Steeds vroeger begon ik met drinken. En ik werd steeds schaamtelozer. Een scheut Baileys in een warme chocomel tijdens een Zoom-meeting met collega’s. Bij de lunch chardonnay in een gekleurd bidon. Er was niemand die het merkte en niemand om me te corrigeren.

Het werd december. Ik maakte het gezellig in huis, zette een kerstboom en kleedde me elke dag keurig aan. Met mij was niets aan de hand. Áls ik al zou denken dat mijn alcoholconsumptie te gortig werd, dan had ik eerder al aan mezelf bewezen dat ik zo kon stoppen. De dag dat ik naar mijn moeder ging en rond vijven liever wijn wilde dan thee, hield ik mezelf in. Ik haalde mijn schouders erover op. Ik miste gewoon de gezelligheid van mijn eigen huis, mijn routine. Er was heus niets aan de hand. Maar ik sloeg bij mijn ouders wél het avondeten over.
Met een opgewarmde kliek hutspot van mijn moeder zat ik een uur later aan de wijn. Eindelijk werd ik rustig. Ik maakte mezelf wijs dat ik geen probleem had. Ik was gewoon blij dat ik weer thuis was. Die eerste slokken wijn smaakten immers zo goddelijk.
De eerste keer dat ik twee lege flessen naar de glasbak bracht, dacht ik nog een beetje lacherig: jij bent lekker bezig geweest gisteren. Ik weet het aan corona. Het was een rottijd en mijn drinken was héus tijdelijk.
Vlak voor kerst sloten ineens de winkels en werd de lockdown aangescherpt. Vriendinnen gingen ineens in ‘zelfquarantaine’ omdat ze hun familie met kerst wilden zien. Collega’s hadden het superdruk met het afronden van hun werkzaamheden. Ik panikeerde omdat onze twee grootste klanten, een eredivisieclub en een logistiek dienstverlener, hun contracten uitdunden. Ik zat vol zelfmedelijden. Ik verveelde me, was bang voor alle Wappies en vreesde voor mijn vaste inkomen. Een doos wijn was dan zo besteld. Het werd anoniem thuisbezorgd en niemand wist hoeveel.
Ik dronk steeds meer, nu ook standaard onder werktijd. Mijn vaste teamoverleg was om tien uur s’ ochtends. Dat haalde ik nog. Daarna moest ik af en toe inbellen maar zolang ik rechtop zat, interessant meeknikte en mijn werk goed deed, was er niets aan de hand.
Ik schonk sterke drank in porseleinen mokken met vrolijke bedrukking. Niemand viel iets op. Soms was ik bang dat ik zou lallen of te hard zou praten, maar zolang ik problemen oploste en gefocust in de cameralens keek, kwam ik overal mee weg. Zelfs toen ik een keer tijdens een oproepdienst stevig aangeschoten om 22.45 uur door een klant werd gebeld. De melding was gelukkig zo simpel dat ik het kon oplossen, maar ik hoorde mezelf onwennig praten. Ik redde me eruit door te liegen dat ik was ingedommeld en slaapdronken was.

Schaamte

De volgende ochtend schaamde ik me. Drinken onder werktijd: hoe zielig en gevaarlijk was dat! Wat als deze klant of een andere mijn baas zou bellen? Ik vond mezelf afgegleden en dom en nam me voor om direct te stoppen met drinken. Maar diezelfde middag ging ik alweer voor de bijl. En de volgende ook.

Eerste kerstdag viel mijn ouders niets op. Ze dronken zelf gezellig mee en ik hield me in.
Tot mijn stomme verbazing had ik die avond hoofdpijn. En trilden mijn handen nu echt? Pas toen besefte ik dat ik misschien wel overmatig dronk en niet meer zelfstandig kon stoppen. Ik nam mezelf plechtig voor om na Oudjaar geen druppel mee te drinken. Zelfs kersenbonbons waren verboden.
Tweede kerstdag kwam ik door op de bank met een bak lasagne, een pak vanillevla en een nieuw alcoholbacchanaal. Ook tussen kerst en oud en Nieuw goot ik mezelf vol. De gedachte ‘straks kan het niet meer’ veroorzaakte paniek en zweetaanvallen.
In de spiegel zag ik een vreemde met een rode plofkop. Ik was zes kilo aangekomen, kortademig en mijn huid en haar oogden dof.  Ik schaamde me en vond mezelf slap, maar toch won de drank het elke avond van mijn walging voor mezelf.

Levenslang

Op vier januari belde ik zodra ik wakker was mijn huisarts. Ik kon diezelfde dag terecht. Mijn arts vertelde me dat ik beter niet cold turkey kon stoppen omdat mijn lichaam daardoor in shock kon raken. Ik moest flink minderen en er werd een vervolgtraject opgestart met praktijkondersteuning. Ook heb ik mijn ouders verteld over mijn verslaving. Ze schrokken enorm, hadden dit niet zien aankomen. Ze begrijpen hoe het is gekomen en zijn – net als ik   opgelucht dat me nog geen ernstige zaken zijn overkomen, zoals alcoholvergiftiging of ontslag. Ik durfde mezelf op tijd onder ogen te komen.

Momenteel zit ik middenin dat traject. De aandrang in mijn hoofd is soms zo vreselijk heftig dat ik in janken uitbarst en wil toegeven. Dan bel ik mijn moeder en praten we. Als het daarna niet beter gaat, komt ze langs en knuffelt ze me, corona of niet. Ik heb ook luisterboeken ontdekt. Ik zet mijn koptelefoon op, maak een schaaltje popcorn en laat me meenemen in het verhaal.

Nog steeds voel ik die drang tot drinken in mijn hoofd. Alcohol blijft voor mij een trigger. Waarschijnlijk ben ik verslavingsgevoelig, dus ook voor drugs, werk of gokken. Daar kan ik nu op anticiperen, ook al voelt het als levenslang opletten. Ik kan moet altijd alert blijven. Op dit moment voelt dat als offer, maar ik weet zeker dat ik dat over een paar maanden anders zie. Ik was er op het nipperte bij. Mijn leven ligt nog voor me.”

Noot: om privacyredenen is de naam Lara verzonnen.

 

Heb jij een alcoholprobleem? Doe de test!
Heb je weleens het gevoel gehad te moeten minderen met alcohol?
Raak je weleens geïrriteerd door opmerkingen van anderen over jouw alcoholgebruik?
Heb je je weleens vervelend of schuldig gevoeld over jouw drinken?
Dronk je weleens direct na het opstaan om de zenuwen de baas te worden of om van een kater af te komen?

Twee of meer positieve antwoorden duiden op een hoge kans op alcoholmisbruik of -afhankelijkheid.
Voor een uitgebreide test, advies of hulp: ga naar
www.jellinek.nl. Of doe een maand mee met de uitdaging: www.ikpas.nl

©EvelineKarman

Mijn gekozen waardering € -