Als Ingrid (46) steeds verder in de schulden raakt, vraagt ze haar vriendin Marja om financiële hulp.
Het lukt Ingrid niet om het geld terug te betalen. Uiteindelijk raakt ze haar beste vriendin kwijt.
Geldzorgen
‘Achteraf weet ik niet wat ik erger vind: dat ik alleen maar dieper in de put ben gezakt of dat ik Marja kwijt ben.
Ik gun het niemand: schulden. Mensen vinden je gewoon niet meer interessant als je niet kunt meepraten over kledingaankopen of nieuwe restaurants. Mijn hele netwerk en vriendenkring vielen weg. Om uit mijn isolement te komen en financieel weer overzicht te vinden, maakte ik de grootste fout van mijn leven. Ik leende geld van mijn vriendin.
Bij de overdracht maakten we goede afspraken over de terugbetaling. Nu denk ik: was ik er maar nooit aan begonnen! Want wat ik ook probeerde: het lukte me niet om me aan mijn woord te houden. Had ik Marja maar nooit bij mijn ellende betrokken. Dan had mijn leven er vandaag de dag een stuk fijner en vrolijker uitgezien.
Oplossing
Het begon allemaal heel geleidelijk. Mijn man Tjerk werd in 2008 ontslagen en we moesten telkens een stapje terug doen. We hebben geen kinderen en met ons tweetjes leek het allemaal net te lukken. Ik bezuinigde op alles, zegde mijn sportschoolabonnement op en zocht op internet naar tips van lotgenoten. Zo hield ik vanaf toen een kasboek bij en ik kocht geen A-merken of extraatjes meer. Koekjes waren voor het weekend en naar een restaurant gingen we enkel nog op onze trouwdag. Tjerk kon heel af en toe een zaterdag klussen bij een vriend die een garage heeft. Met die bezuinigingen en het extraatje van Tjerk kregen we het allemaal net voor elkaar. Maar toen kwam er onverwacht een hoge tandartsrekening. Ook bleek ik een schuld te hebben bij het UWV. In 2012 ben ik drie maanden werkloos geweest en ik had een fout gemaakt op mijn aangiftebiljet. Natuurlijk moest dat worden terugbetaald. Om dat te kunnen, schoof ik een rekening van de zorgverzekeraar opzij en ik betaalde die maand de huur niet. Dat zouden we later wel inhalen, dachten Tjerk en ik toen nog heel positief.
We hoopten met deze actie wat financiële ruimte te krijgen en in eerste instantie leek dat ook te lukken. Helaas liep het anders. Ik werd ontslagen. Het bedrijf waar ik nog niet zo lang werkte als verkoopadviseuse moest inkrimpen. Het was ‘last in, first out”, dus ik kon vertrekken.
Doordat ik nu een WW-uitkering kreeg en Tjerk nog steeds geen werk had, kwamen we nog krapper te zitten. We kwamen steeds meer in de knoei met ons geld. De last drukte alsmaar zwaarder op onze schouders en de mensen bij wie ik liet vallen dat het financieel niet zo goed met ons ging, lieten niets meer van zich horen. Ze belden gewoon niet meer terug. Een paar kennissen wilden wel helpen, maar konden het niet. Met mijn zus heb ik niet zo’n goede band, dus aan haar liet ik niets merken. Omdat mijn ouders niet meer leven, nam ik uiteindelijk mijn beste vriendin Marja in vertrouwen. Eerder wilde ik haar sparen omdat ik weet dat ze snel andermans zorgen op haar schouders neemt, maar inmiddels voelde ik me zo wanhopig dat ik haar emotionele steun nodig had. Want ook Tjerk trok zich steeds meer terug. Zijn vriend had geen werk meer voor hem omdat de garage ook steeds minder goed liep. Tjerk werd steeds stiller. Hij ging gesprekken uit de weg en vluchtte steeds vaker achter de computer. Marja en ik kenden elkaar al meer dan tien jaar en altijd had ze voor me klaargestaan als ik problemen had. Zeker twee keer per week zagen we elkaar, en al die tijd had ik mooi weer gespeeld.
Marja was geschokt. Ze had nooit verwacht dat mijn financiële nood zo hoog was. Het was haar wel opgevallen dat ik al tijden niets nieuws kocht en minder luxe leefde. Toch had het haar niet aan het denken gezet, omdat iedereen in deze tijd de broekriem moet aanhalen. Mijn verhaal sloeg dus in als een bom. Na een paar dagen vroeg ze me of ik haar wilde voorrekenen wat de meest urgente schulden waren. Zij had wat spaargeld en wilde me dat bedrag lenen, zodat ik wat rust vond om de boel weer op een rijtje te krijgen. Thuis telde ik alles na, maar omdat ik me vreselijk schaamde trok ik nog duizend euro af van de vierduizend euro waarop ik uitkwam. Ook Tjerk was het daar mee eens, we wilden niet hebberig overkomen. Dit blijkt achteraf heel dom te zijn geweest. Als ik eerlijk was geweest, was het misschien anders gelopen. Nu loog ik tegen Marja dat ik het zou redden met drieduizend euro. Nog diezelfde dag maakte ze het geld over en tekende ik een schuldverklaring. Wat was ik opgelucht. Als een klein kind zat ik aan haar keukentafel te huilen. Het idee dat iemand je nog wil helpen, voor je klaar staat, raakte me enorm.
Van rozengeur naar ellende
Alles leek ineens veel rooskleuriger. Ik kon bijna alle rekeningen betalen en er kwamen geen deurwaarders meer. Ik durfde weer voorzichtig te dromen over een toekomst. Net toen ik dacht dat het weer goed zou komen, werd Tjerk ziek. Hij bleek depressief te zijn geworden van het thuiszitten en alle vergeefse sollicitaties. Hij voelde zich afgeschreven door de maatschappij. Ongewenst. De dokter schreef hem medicatie voor. Maar hiervoor gold een eigen risico en psychiatrische hulp wordt niet onbeperkt vergoed. Die kosten kwamen weer bovenop de schulden die er al waren: de overgebleven duizend euro en alweer een maand huur die ik had gemist door een dure reparatie aan de wasmachine. En naast alle ziektekosten en de rekeningen van de psycholoog kregen we als klap op de vuurpijl een enorme naheffing van het energiebedrijf. Doordat we van twee banen buitenshuis nu ineens hele dagen thuis waren, waren onze stookkosten schrikbarend snel opgelopen. En onze inkomsten waren alleen maar geslonken. Daardoor zakten we weer dieper in de financiële ellende.
In het begin bleef mijn vriendin lief en geduldig. Ze vond het vreselijk voor Tjerk en wanneer ze langskwam, bracht ze vrijwel altijd een tas boodschappen voor me mee. Ze stuurde lieve kaartjes en spaarde zegeltjes voor me bij de supermarkt. Door Marja’s lieve gebaren vond ik dat ik extra mijn best moest doen om maandelijks de afgesproken 150 euro aan haar af te lossen. Tjerk en ik aten soms dagenlang macaroni met Smac en tomatenpuree om het allemaal te redden. Maar het lukte niet altijd. Steeds vaker vroeg ik Marja of ik een keer een maand mocht overslaan. En hoewel ze heel schappelijk was, betaalde ik haar na een tijdje vaker niet dan wel. Het vrat aan me dat ik haar niet meer kon geven, maar toch was ze telkens de laatste op de lijst. Eerst moesten de grote jongens zoals de woningbouwvereniging waar ik intussen al drie maanden achterliep en alle instanties betaald worden, want daar werden pittige boetes opgelegd en kwamen kosten op kosten. Omdat ik dacht dat Marja vast geen genoegen zou nemen met de twintig euro ik daarna nog overhield, liet ik maar gewoon helemáál niets van me horen. Ik schaamde me zo vreselijk voor mijn struisvogelgedrag, dat ik uiteindelijk alle contact met haar gewoon uit de weg ging. Als ze belde, nam ik de telefoon niet op. Of ik deed de voordeur niet open wanneer ze op de stoep stond. Natuurlijk voelde ik me slecht als ik dat deed. Wat voor vriendin was ik? De enige die me had bijgestaan liet ik keihard vallen omdat ik geen uitweg meer zag. Ik durfde niet toe te geven dat ze voorlopig naar haar geld kon fluiten.
Depressie
Marja pikte mijn gedrag natuurlijk niet. Ze heeft heel vaak geprobeerd met me te praten, maar door alle schaamte en angst heb ik haar weggejaagd. Beloften om de schuld af te betalen ben ik niet nagekomen. Ik heb zelfs grove leugens verzonnen, bijvoorbeeld dat ik een uitvaart had en van mijn laatste geld een treinkaartje moest kopen. Of ik hing een verhaal op dat mijn fiets gestolen was. Natuurlijk is Marja daar achter gekomen. Ze herkende mijn oude fiets in het fietsenrek. Ik besef dat ik haar daarmee verschrikkelijk heb gekwetst. Ik zie het dan ook als mijn eigen schuld dat ze uiteindelijk naar een advocaat is gegaan met mijn schuldbekentenis. Ze wil nu via de juridische weg haar geld terug.
Intussen wordt onze situatie alleen maar erger. Mijn ww-uitkering liep af en Tjerk en ik kwamen in de bijstand terecht. Ik vul momenteel het ene gat met het andere. Met Tjerk gaat het intussen alleen maar minder. Hij voelt zich een zwakkeling die niet voor zijn vrouw kan zorgen en zit hele dagen zwijgend op de bank. Ik voel me vreselijk alleen. Marja bellen durf ik niet, daarvoor schaam ik me inmiddels te erg. Maar telkens wanneer ik met Tjerk over onze geldzorgen of het gemis van Marja probeer te praten, lijkt hij wel verder weg te zakken in zijn depressie. En dan wordt zijn medicatie weer verhoogd. Na veel gesprekken is nu samen met de artsen besloten dat het voor Tjerks herstel waarschijnlijk beter is dat hij even niets meekrijgt van onze financiële ellende. Zo kan hij zich focussen op zijn gezondheid. Dus nu draag ik alle zorgen op mijn schouders. En dat valt me loodzwaar. Ik ga zo min mogelijk weg thuis. Het is niet zo dat Tjerk niet wil dat ik ergens op bezoek ga, maar ik durf eigenlijk niet weg. Ik wil hem graag beschermen en ben vreselijk bang dat er net op het moment dat ik weg ben een deurwaarder of aanmaning komt. Inmiddels ga ik zelf ook door een diep dal. Er zijn momenten dat ik het gewoon zelf echt niet meer weet. Maar ik kan toch niet zomaar opgeven en ook instorten?
Marja heb ik nooit meer gesproken. Ik kan er wel om janken hoe het allemaal gelopen is. Alle contact loopt nu via het incassobureau dat ze heeft ingeschakeld. Het erge is dat door mijn eigen toedoen die schuld van drieduizend euro bij Marja inmiddels is opgelopen tot vierduizend. De proceskosten, het afschrift van de akte via een deurwaarder, en ook de executiekosten voor het vonnis moet ik betalen. En omdat ze zo boos op me is, moet ik nu ook rente gaan voldoen en haar advocaatkosten vergoeden.
Spijt
Ik kan me heel goed voorstellen dat Marja woedend op me is. Soms probeer ik me te vermannen en neem mezelf voor dat ik haar opzoek en met haar ga praten. Dat het nog niet te laat is voor excuses. Dan wil ik haar uitleggen hoe erg ik haar vriendschap mis en hoe ik er doorheen zit. Maar dan droom ik ‘s nachts dat ze de deur voor mijn neus dichtgooit als ik aanbel en word ik zwetend wakker. En wat heb ik dan een vreselijke spijt van hoe alles is gelopen. Was ik maar wat zuiniger op haar geweest, want nu mis ik haar meer dan ik me ooit had kunnen voorstellen. Ik mis onze vriendinnendagen, het elkaar even bellen om niets, de lieve kaartjes die regelmatig op de mat vielen, ik mis zelfs haar flauwe grapjes en haar hinnikende schaterlach. Wat zou ik dat allemaal vreselijk graag terug willen.”
Dit interview is geschreven voor en geplaatst in weekblad VRIENDIN.
De namen zijn om privacyredenen veranderd. De vrouw op de foto is een model.
©EvelineKarman